Rookmelders
Deze norm geeft eisen voor optische 230 volt gevoede rookmelders met een vaste gevoeligheid, die in woonfuncties of bedrijven worden toegepast, met als doel de daar aanwezige personen door een ingebouwde akoestische signaalgever te waarschuwen voor rookontwikkeling ten gevolge van een brand. Verder geeft deze norm de voorschriften voor de projectie van melders die kunnen zijn voorzien van:
- een mogelijkheid voor koppeling met andere rookmelders;
- een mogelijkheid voor de aansturing van externe apparaten;
- een voorziening voor een alarmpauze.
Rookmelders conform NEN 2555
Rookmelders dienen geïnstalleerd en gemonteerd overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant en conform de richtlijnen uit de NEN 2555:2008. Hier vindt u een beknopt overzicht en voorwaarden van de belangrijkste richtlijnen uit deze NEN 2555:2008. Raadpleeg bij twijfel of indien u advies wenst een specialist van RH Brandbeveiliging B.V te Barendrecht, wij werken landelijk en inventariseren vrijblijvend op uw gewenste locatie.
Omvang van de bewaking
Een verblijfsruimte mag alleen ontvlucht worden door een ruimte die minimaal beveiligd is met een rookmelder. Bij het ontvluchten van een verblijfsruimte, moet iedere ruimte die onderdeel is van de vluchtroute voorzien zijn van een NEN 2555 rookmelder. Indien de ruimte bestaat uit meerdere bouwlagen of verdiepingen, moet op elke verdieping laag tenminste een rookmelder zijn aangebracht.
Locatie en plaatsing van de rookmelders volgens de NEN 2555
Rookmelders dienen bij voorkeur in het midden van de ruimte aan het plafond te zijn aangebracht. De afstand van een rookmelder tot een wand moet 0,5 meter zijn. Indien de ruimte smaller is dan 1 meter, dan mag de afstand kleiner zijn, echter nooit kleiner dan 0,1 meter. Indien zich aan het plafond obstakels bevinden, die meer uitsteken dan 0,1 meter ten opzichte van het plafond of bevestiging oppervlak van de melder, dienen deze gezien te worden als wanden.
Afstand tussen rookmelders en plafond
Afhankelijk van de hoogte van de ruimte en de dakhelling dienen rookmelders op enige afstand tot het plafond gemonteerd te worden. In geval van speciale dakconstructies (sheddaken, zaagtanddaken) geldenaanvullende projecteringseisen. Raadpleeg een specialist van RH Brandbeveiliging indien bovenstaande zich voordoet en u advies wenst m.b.t. de projectering NEN 2555.
Primaire eisen.
- de rookmelders moeten voldoen aan de NEN-EN 14604.
- de werking van de rookmelders moet berusten op het optische meetprincipe.
- de rookmelder dient aangesloten te worden op het lichtnet en moet voorzien zijn van een secundaire energievoorziening.
- indien noodzakelijk vanuit de NEN 2555, dient de rookmelder koppelbaar te zijn, dit mag RF maar ook met een koppelbare signaaldraad.
- rookmelders dienen geïnstalleerd en gemonteerd overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant en richtlijnen uit de NEN 2555:2008.
Prestatie eis geluidsniveau
Het minimale geluidsniveau, gemeten op enig punt in de ruimte, dient minimaal onderstaande niveaus te halen. Om deze geluidsniveau te behalen kunnen rookmelders gekoppeld worden.
- verblijfruimte en vluchtroute buiten verblijfsgebied moet het minimale geluidsniveau van 65 dB(A) behalen.
- bedruimte moet het minimale geluidsniveau van 75 dB(A) behalen.
Service
Raadpleeg een specialist van RH Brandbeveiliging indien u advies wenst m.b.t. de rookmelders projectering NEN 2555.
Algemeen
Eis NEN 2555 vervalt indien er in de woonfunctie een brandmelderinstallatie conform NEN 2535 geeist wordt.